Wat bedoel je nou precies?

"Wiens brood men eet, diens woord men spreekt" - ofwel: degene van wie je afhankelijk bent, of bij wie je je geld verdient, geef je gelijk. Je past je aan. Misschien verklaart zo'n oudhollandse uitdrukking al voor een groot deel het moderne fenomeen 'kantoortaal', het jargon van werknemers die acht uur per dag opgesloten zitten