Is het (op)sturen aan of (op)sturen naar?

Bij 'opsturen' hoef je geen extra voorzetsel te gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Ik stuur het u op.' of 'Ik zal het mevrouw Smit opsturen.' Bij 'sturen' mag je beide voorzetsels gebruiken:Ik stuur aan jou een kaartje.Ik stuur naar jou een kaartje.

Verder lezen?

Krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen.


Geen abonnement?
Maak een gratis account aan en lees 2 artikelen per maand.