Wanneer gebruik je 'die' en wanneer gebruik je 'dat' als aanwijzend voornaamwoord?

Wanneer je die of dat gebruikt om te verwijzen naar een zelfstandig naamwoord is er een duidelijke regel: Je gebruikt dat als je verwijst naar onzijdige woorden: ik heb dat boek gekocht.Je gebruikt die als je verwijst naar mannelijke of vrouwelijke woorden: ik heb die man gebeld, ik heb die vrouw gezien.

Verder lezen?

Krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen.


Geen abonnement?
Maak een gratis account aan en lees 2 artikelen per maand.