Gebruik creatieve technieken om over denkdrempels heen te stappen. Ze maken je denken beweeglijker, door onverwachte verbindingen te vinden en nieuwe combinaties te maken. Kies daarvoor een van de onderstaande denktechnieken. Of gebruik een andere techniek uit het boek Lenig denken.

Tips om ideeën te bedenken

• Stel je oordeel uit; geen ‘ja, maar…’!
• Schrijf al je ingevingen op, ook de voor de hand liggende.
• Ga voor kwantiteit, niet voor kwaliteit.
• Wees niet te streng, herhalingen zijn niet erg.
• Probeer zo veel mogelijk te variëren. Hoe groter de variatie, hoe groter de kans op succes.
• Zoek het ongewone. Laat je fantasie de vrije loop. Speel met woorden. Alles kan.
• Vraag een ander mee te denken, als is het maar voor een paar minuten. Live of digitaal. Je krijgt zo vaak weer nieuwe aanknopingspunten.
• Bouw voort op andere ideeën: combineer en associeer.
• Probeer een andere techniek uit als je voelt dat je vastzit. Zoek uit wat bij je past.
• Stel een tijdslimiet vast of bepaal hoeveel ideeën je wilt hebben. Ga uit van minimaal 40 ideeën.
• Denk aan een ontspannen en vrolijke situatie uit het verleden om je ideeënstroom op gang te brengen.

Techniek: snelle doorbraak

Dit is een eenvoudige techniek die je bij alle vraagstukken kunt gebruiken om een stap verder te komen. Deze methode helpt je om snel veel associaties naar boven te halen en verbanden te leggen.

Zo doe je het

1 Schrijf je vraag boven aan een vel papier. Bijvoorbeeld: hoe kan ik…?
2 Onderstreep de belangrijkste woorden in je vraag.
3 Kies er één en zet die in het midden van je papier.
4 Bedenk vanuit dit woord associaties en zet ze rondom het woord, als een bloem. Associeer steeds verder weg.
5 Kies vervolgens een woord uit de buitenste cirkel. Koppel dit woord aan je vraag en bedenk nieuwe ideeën.
6 Herhaal deze werkwijze een aantal keren met andere woorden uit de buitenste cirkel.

Voorbeeld

Je vraag is bijvoorbeeld: hoe kunnen we het aanwezige talent binnen ons team meer etaleren? De belangrijkste woorden zijn hier: talent, team, etaleren. We kiezen hier voor het woord ‘etalage’.

De woorden die je met het woord ‘etalage’ associeert, zet je rondom dit woord. Dit kunnen zijn: kleedpop – slank – strand – rots – balkon – flat – gebouw – ruit – nieuws – krant – advertentie – huis-aan-huis – kleding – mode – show – catwalk.

Vervolgens bedenk je nieuwe ideeën aan de hand van woorden uit de buitenste cirkel:

– catwalk; je denkt hierbij aan modeshows of aan laten zien wat je in huis hebt. Idee: organiseer een talentenjacht of bedenk een ludiek moment tijdens een personeelsdag waarbij teamleden over de catwalk lopen en een voice-over hun talenten introduceert.
– balkon; je denkt aan een plek die je helemaal naar je eigen smaak kunt inrichten. Idee: stel een werkgroep samen die de ideeën naar eigen smaak uitvoert.
– huis-aan-huis; je denkt aan een toegankelijke manier om informatie te delen. Idee: maak een muurkrant voor en met je teamleden. Of maak flyers, placemats of t-shirts waarop alle collega’s en hun talenten staan beschreven. Zet deze teksten ook op intranet.
– rots; je denkt aan een plek waar je op kunt klimmen om goed zichtbaar te zijn. Idee: zoek naar gelegenheden waar teamleden zich in- en extern kunnen presenteren en hun talenten kunnen tonen.

Bron: Lenig denken | Marenthe de Bruijne en Sigrid van Iersel

Verdieping

Leer routines te doorbreken en originele ideeën en oplossingen te bedenken in de training Creatief denken.