Angst, stress en onzekerheid door het gedrag van hun leidinggevende. Universitair hoofddocent Kim Breevaart onderzocht destructief leiderschap en schreef er het boek Bang voor de baas over. In deze aflevering van de Support Cast legt zij uit wat destructief leiderschap is, waarom het zo vaak onzichtbaar blijft en wat je kunt doen als je ermee te maken krijgt.
🎧 Luister de volledige aflevering van de Supportcast met Kim Breevaart hier. Tekst gaat verder onder de Spotify-player.
Wanneer is leiderschap destructief?
Destructief leiderschap gaat verder dan een lastige samenwerking of een veeleisende manager. Het gaat om structureel gedrag dat medewerkers schaadt, zoals kleineren, negeren, intimideren of verbaal agressief optreden. “Iedereen heeft wel eens een slechte dag,” zegt Breevaart, “maar als schadelijk gedrag een patroon wordt, spreken we van destructief leiderschap.”
De gevolgen kunnen groot zijn. Medewerkers ervaren langdurige stress, angstklachten en soms zelfs trauma. “Ook jaren later kan de impact nog voelbaar zijn, zelfs in een nieuwe, veilige werkomgeving.”
Het is niet alleen de leider
Een belangrijk inzicht uit het boek is dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij de leidinggevende ligt. Ook het systeem eromheen speelt een cruciale rol. Hoge werkdruk, weinig feedback, sterke hiërarchie en een cultuur waarin niemand ingrijpt, zorgen ervoor dat destructief gedrag kan voortbestaan.
“Het is te makkelijk om het probleem bij één persoon neer te leggen,” benadrukt Breevaart. “Zonder grenzen vanuit de organisatie krijgt dit gedrag ruimte.”
Waarom mensen vaak zwijgen
Veel medewerkers vragen zich achteraf af waarom ze niets hebben gezegd. Toch is zwijgen vaak begrijpelijk. Mensen twijfelen aan zichzelf, zijn bang voor de gevolgen of raken gaandeweg het vertrouwen in hun eigen oordeel kwijt. “De vraag zou niet moeten zijn: waarom sprak je je niet uit? Maar: waarom was het niet veilig om dat te doen?”
Wat kun je doen als managementondersteuner?
Voor managementondersteuners is dit een herkenbaar en relevant thema. Zij werken vaak dicht op leidinggevenden en zien gedrag van nabij. Breevaart adviseert om signalen serieus te nemen, het gesprek aan te gaan met iemand die je vertrouwt en – waar mogelijk – gebruik te maken van een vertrouwenspersoon. “Niet om meteen actie te ondernemen, maar om helder te krijgen welke opties je hebt.”














